Iets later dan jullie gewend zijn, maar ook deze maand beginnen we met een column van onze verzorger!
Ziekte van Pfeiffer
Als de prestaties van een sporter naar beneden gaan, dan kan er iets anders aan de hand zijn dan overtraining of een mentaliteitskwestie. Het kan namelijk zijn dat een sporter besmet is geraakt met een virus.
Als men besmet is met een virus kan dat de sportprestaties beïnvloeden. Hieronder wat informatie over de ziekte van Pfeiffer. Ga bij enige twijfel altijd langs de huisarts. Dit is alleen een leidraad om informatie te verschaffen. Doe er uw voordeel mee.
Ziekte van Pfeiffer, deze wordt vooral doorgegeven door speekseldruppeltjes. Daarom wordt dit ook wel De Zoenziekte genoemd, omdat het op deze manier gemakkelijk doorgegeven kan worden. De kans op besmetting is groot. Dit kan gebeuren door het aan hoesten, gebruikt bestek, kopje, glas of bidon. Als iemand een keer besmet is geweest, dan draagt deze heel zijn leven het virus bij zich.
De verschijnselen van deze ziekte kunnen o.a. zijn vermoeidheid, opgezette klieren, keelpijn, opgezette milt en lever. Bloedonderzoek is er nodig om de ziekte van Pfeiffer te kunnen vaststellen. Het verloop van de ziekte is verschillend en kan variëren van 3 weken tot 6 maanden.
Normaal gesproken is de tijd tot het binnen dringen van het virus en het optreden van de ziekte verschijnselen (Incubatietijd 0 zo’n 4 tot 6 weken) en op jonge leeftijd verloopt de infectie meestal symptoom loos. Tijdens of na de pubertijd kan men er behoorlijk ziek van zijn. Zolang de leverfuncties gestoord zijn is het verstandig om lichamelijke activiteiten te vermijden.
Dit is een virusinfectie en de ziekte zelf kan niet behandeld worden.
Thuis blijven of zelfs bedrust is dan het advies. Meestal verdwijnen de klachten gelijktijdig met de leverstoornissen. Als deze stoornissen verdwenen zijn zal het advies gegeven worden om het normale levenspatroon te hervatten.
Iemand die besmet is kan wel tot een half jaar de besmetting doorgeven.
Jos Tuns Sportmasseur