Op een heerlijke, zonnige dag verzamelden we op Seroos om de grote reis naar Sportvereniging Willen Is Kunnen ‘57 te maken. De nieuwe competitie-indeling zorgt nog voor wat verwarring. Kerkwerve, ligt dat nou voor of achter Zierikzee? Jur liep het sportpark op met een polo, bril en petje, waardoor hij er uitzag als de nieuwste vermomming van Alberto Stegeman. Waar enkele spelers haastig hun dubieuze dm’s begonnen te verwijderen, bleek dat hij voor iets anders kwam. Hij was undercover om in de gaten te houden wie er het gore lef heeft om vroegtijdig de kantine te verlaten.
Naar Kerkwerve is het een kleine 40 minuten rijden, als je tenminste niet achter Duitse toeristen zit die met 60 kilometer per uur de schoonheid der Zeeuwse wateren bewonderen op wegen waar je niet mag inhalen. Gelukkig had Olivier (zoon van de wereldkampioen ketsen, zo viel te lezen in de media) als een ware reisleider tientallen feitjes paraat over de omgeving. Straô, Moriaanshoofd, de caissons van de Schelphoek, enzovoorts. Wist u trouwens dat het sportpark van WIK, de Vospit, ooit door de Jeugd van Tegenwoordig werd bezongen in het nummer “Ik kwam haar tegen in de Vospit”? Ook reden we langs diverse culinaire hoogtepunten zoals Fritureluur, de Heerenkeet en ‘t Oliegeultje. Olivier raadde de snackbar op Neeltje Jans aan, maar dit weigerden we toen we de volgende review lazen: “Tenslotte word ik door mannelijke bediening kale rukker genoemd als klant. Dat noemen ze een vlotte, vriendelijke bediening.”
Waar Jelle vorige week mocht invallen om zijn Jellery play te vertonen, begon hij vandaag in de basis. Deze tactische zet wierp bijna meteen zijn vruchten af. Na een seconde of 20 stond hij alleen voor de keeper, maar schoot hij over. In plaats van hakjes vertoonde hij dit keer met enige regelmaat een andere Jelle classic: Het balletje met buitenkant voet naar achteren meenemen en dan omdraaien. WIK had een redelijk oud en ervaren elftal, wat zichzelf rond de eigen 16 opstelde. Net als vorige week hadden we moeite het spel te maken, we zijn nou eenmaal beter op de counter. Al onze spelers trokken diezelfde 16 in, waardoor het onmogelijk was om voetballend tot kansen te komen. Dit eindigde in tientallen voorzetten die allemaal door de keeper geplukt konden worden. Zo gingen we met 0-0 de rust in.
Na de rust maakte Rens zijn rentree na een enkelblessure. Na een minuut gaf Candy de bal laag voor en met zijn eerste balcontact prikte Rens de bal binnen. Zo kwamen we eindelijk terecht voor. Dit was niet de spectaculairste rentree. Joost keerde terug na een knieblessure die ruim een jaar duurde. Broer Teun had voor dit speciale moment zelfs een konijnenshow afgezegd. En dat zegt veel. In de tijd dat Joost afwezig was, had Teun precies nul keer gescoord. Toch gek voor iemand die alle standaardsituaties neemt en vaste kracht is op het middenveld. Hij had daarom gezworen dat hij vandaag twee keer zou scoren, of dat tenminste zou proberen. En dat had hij moeten doen in de tweede helft. Eerst miste hij alleen op de keeper. Een paar minuten later kwam hij weer alleen voor de keeper. Na zijn eerdere misser besloot hij de bal maar af te spelen op Niels, die volgens de dubieuze vlagger meters buitenspel stond en overigens ook niet scoorde. Even later was het grote moment: Joost viel in. De broers waren herenigd. Even later ging Teun voor zijn derde bijna-doelpunt. Hij schoot keihard tegen Joost aan. Pech of sabotage van Joost?
In de tweede helft hadden we zo veel kansen dat we ruim hadden moeten winnen. We speelden op de counter tegen door met zijn allen diep op de helft van de tegenstander te staan. Die counter kwam er. Rens werd er uitgelopen door een opa, waarna hij door zijn hoeven zakte en we in een drie-tegen-éénsituatie eindigden. Gelukkig was daar weer onze wereldkeeper Yoeri die er met een geweldige redding voor zorgde dat hij voor de tweede keer op rij de nul hield. Iets wat we vorig seizoen nooit hadden durven dromen. Dit soort zakelijke overwinningen (0-1 tegen de lammen en de blinden, maar goed) maken uiteindelijk wel het verschil. Verder was het dus vooral heel slecht. Wel werd er aan het einde van de tweede helft een werelds driehoekje uitgespeeld, wat zo goed was dat de spelers juichend wegliepen en dit in het verslag gemeld moest worden. Na de wedstrijd lekte ‘het briefje van Joost’ uit, waarop hele opstellingen stonden uitgetekend hoe de restverdediging moest staan als we een corner mee hadden. En dat Niels geen buitenspel moest lopen. Nu duurt de bespreking normaal al een kwartier, maar als hij dit tactisch document had voorgedragen hadden we er nu nog gezeten.
Wat wel goed was, waren de culinaire mogelijkheden op Kerkwerve. Fristi voor 75 cent, vlamtosti’s, broodje gehaktstaaf met satésaus. Ik hoop dat de kantinecommissie meeleest. Als je zoete Bacarditroep kan introduceren moet een mexicano toch ook lukken. Het beste was de Portie Wik. 36 snacks voor 8,50. Voor dat geld kan je gewoon een schaal per persoon bestellen. Als ze wat duurder waren, hadden ze misschien nieuwe kleedkamers kunnen neerzetten. Deze waren zo oldschool dat het gewoon mooi was. Joost moest op zijn knieën zitten om onder de douche te passen. We hielden het op drie schalen, omdat we er weer vandoor moesten. Waar wij gezellig naar de hit Jouw Liefste Wens van de Paladijns luisterden, zaten de Colijnsplaatse Boys naast ons met een twee keer zo grote box naar grimmige snuifcore te luisteren. Na een kleine plaspauze op Neeltje Jans en een bezoek aan de kantine was het tijd voor de Chinees. Na weken van culinaire tegenvallers was dit toch weer een hoogtepuntje. De rijsttafel is gewoon altijd goed en degelijk. Alleen de kibbeling (???) was wat aan de zoute kant. Jelle besloot op een gegeven moment maar lopend terug naar Hrieps te gaan. Het schijnt dat hij inmiddels de Hubo gepasseerd is.