Het heeft even geduurd maar na een week lezen in alle krantenknipsels van vroeger is hier de volgende top 3 in onze serie. Vandaag is het de beurt aan Henk Wondergem die genomineerd werd door Lieven van Belzen. Voordat Henk zijn top 3 prijsgeeft eerst een introductie: “Volgens inmiddels goed gebruik bedank ik Lieven voor de uitnodiging een bijdrage te leveren aan de top 3 van ….
Lieven heeft mij de opdracht gegeven de drie beste Zeeuwse spelers te noemen waartegen ik heb gevoetbald. Dat gaf me weer eens een excuus me terug te trekken met de stapel plakboeken en de vele voetbalseizoenen te herbeleven.  Omdat ik het grootste deel van mijn jaren in het eerste als rechtervleugelverdediger heb gespeeld, heb ik mij gericht op de directe tegenstanders die ik tegen kwam.
De plakboeken had ik niet echt nodig, want ik wist al vrij snel welke drie Zeeuwse namen ik zou noemen. Toch kan ik het niet laten om ook de top 3 van de Niet-Zeeuwen te vermelden.”

Mijn top 3 Niet-Zeeuwen:

  1. Ulrich Purperhart (Zwart-Wit’28)

Henk over Ulrich Purperhart: “Een razendsnelle aanvaller met een goede dribbel. Met dit soort tegenstanders wist je van te voren dat je top moest zijn. Een paar jaar later speelden we tegen Excelsior Pernis en wie stapte er tot hilariteit van mijn teamgenoten uit de bus? Juist ja ..”

  1. Brian Roy (Ajax 2)

Henk over Brian Roy: “Nederlands talent van het jaar 1987. Die kwam ik dat jaar tegen op het toernooi om de landelijke beker in Groesbeek. Hans Wattel heeft hier een aantal weken geleden over geschreven. Een echte buitenspeler die, en dat had ik nog nooit meegemaakt, zowel met rechts als links moeiteloos een mannetje kon uitspelen. De PZC meldde dat ik een aantal keren was dolgedraaid. En dat was ook zo.”

  1. Marco van Basten

Henk over zijn ontmoeting met Van Basten: “Maar de mooiste is natuurlijk Marco van Basten (AC Milan) in de historische wedstrijd tegen het Nederland Elftal in de voorbereiding van het EK. Rinus Michels gaf als spits de voorkeur aan John Bosman (Ajax) en Marco mocht het als linksbuiten laten zien. Daar was hij overigens niet blij mee. Na de verloren wedstrijd tegen Rusland (0-1) heeft Michels hem toch maar in de spits gezet.
Wij probeerden op de training elkaar vaak door de benen te spelen. In de 24e minuut (het was nog steeds 0-0) wilde ik Hans Adriaanse door de benen van MvB aanspelen. Helaas lukte dat niet, de benen gingen dicht, hij was er met de bal vandoor, niet meer teruggezien en even later lag de bal in het netje 0-1.”

Als tussendoortje heeft Henk voor de lezers nog een tip om te proberen:Als je de bal aan de rechtervoet hebt, maak dan een klein stapje naar links. De tegenstander stapt meestal (!) mee en zie daar: de poort staat open. Ook handig als er iemand voor een klein doeltje staat. Voor linkspoten werkt het natuurlijk net andersom.

“En dan nu 3 Zeeuwen, die naar mijn mening ook in het betaalde voetbal hadden kunnen spelen.”

  1. Gerard Schipper (Oostkapelle)
    Henk over Gerard Schipper: “In één van mijn eerste derby’s tegen Oostkapelle stond ik tegen Gerard Schipper. Als klein ventje had ik al heel wat derby’s meegemaakt met vaak opstootjes in en buiten het veld. Dus in dit soort wedstrijden zat de adrenaline er goed in. Gerard was moeilijk van de bal te krijgen, was snel, had diepte in zijn spel en scorend vermogen. Werd door zijn broer Stoffel vaak gezocht en weggestoken. Samen met zijn broer was hij jarenlang de motor van (een succesvol) Oostkapelle.”
  1. Tonnie van de Berge (Bruse Boys)
    Henk over Tonnie van de Berge:
    “Geweldige linkspoot op de Zeeuwse velden. Tonnie oogde wat flegmatiek, maar dat was over zodra hij de bal had. Hij had een soort van valse passeerbeweging. Op het moment dat je dacht dat je bal had was hij je net even te snel af. Oppassen dus. Je wist bijna zeker dat het hem een paar keer in de wedstrijd lukte. Het beste was om hem naar zijn rechterbeen te dwingen, dan was hij niet comfortabel aan de bal. Mooie duels. Overigens als je tegen Bru met een serieuze voorbereiding bezig was, zag je de mannen aan de overkant lekker staan lummelen. Volgens mij waren er ook nog die snel een sigaretje opstaken. Tot het moment dat er werd gefloten, dan klapten ze er direct op.
  1. Bert Riemens (Serooskerke)
    Henk over teamgenoot Bert Riemens:
    “Jawel, ik noem ook onze eigen Bert. In onze tijd één van de beste spitsen en jarenlang speler van het Zeeuws Elftal. Gelukkig speelde hij bij Seroos, dus ik heb hem nooit in een wedstrijd als tegenstander gehad, maar wel op de training. Zeer snel, sterk aan de bal, een goeie dribbel en scorend vermogen. Ik was zelf niet snel. Als ik bij een sprintoefening in 2 rijtjes naast Bert kwam te staan, dan wist ik het wel: proberen het gat op de streep zo klein mogelijk houden en zelfs dat viel niet mee.”

Hiermee heeft Henk weer een mooie top 3 samen weten te stellen. Aangezien het voetballen nog steeds stil ligt en het nog onduidelijk is wanneer er weer gevoetbald kan worden zullen we de komende periode blijven gebruiken om een andere VRIEND(IN) van Seroos aan het woord te laten. 

Henk ter afsluiting: “Voor de volgende top 3 geef ik het stokje door aan Tjeerd Maljaars. Hij kwam lang geleden met een vriendengroep uit Aagtekerke voetballen op Seroos en is er nooit meer weggegaan. Vraag aan Tjeerd: noem drie redenen waarom iemand bij Seroos moet gaan voetballen? Hierbij kan Tjeerd ongetwijfeld putten uit zijn eigen ervaringen.”